2011 – Energie en Eigendom
F.M.J. Verstijlen, J.P. van Loon, H.D. Ploeger, J.W. Bitter
In de regel zijn energierecht en goederenrecht vaak twee gescheiden werelden. Er zijn echter duidelijke raakvlakken tussen die twee gebieden, waar zich interessante en voor de praktijk niet onbelangrijke juridische vraagstukken voordoen. Met dit preadvies worden die doorgaans gescheiden werelden bij elkaar gebracht. Bij de keuze van de onderwerpen is gekeken naar de hele energieketen en naar de eigendomsvraagstukken die daarin een rol spelen, dat wil zeggen eigendom in de ondergrond (inclusief opslag), eigendom van transportnetten en ook eigendom van de energiedragers die door de netten vervoerd worden.
Het preadvies bestaat uit drie verschillende delen. Het eerste deel van het preadvies richt zich onder meer op de eigendom van delfstoffen en van aardgas in ondergrondse opslag. Daarbij komen vragen aan de orde die juristen al lang bezig (en verdeeld) houden, zoals de vraag of delfstoffen roerend of onroerend zijn. Het tweede deel is gewijd aan de eigendom van kabels en leidingen: artikel 5:20 lid 2 BW zoals dat in 2007 in werking is getreden, de problematiek die daaruit is voortgevloeid en de Overgangswet waarmee wordt getracht die problematiek in te dammen. Het laatste deel van het preadvies heeft betrekking op de eigendom van gas en elektriciteit dat aan afnemers wordt geleverd en behandelt belangwekkende vragen rond de eigendom van gas in het landelijk transportnet en de vraag of elektriciteit geacht moet worden vatbaar voor eigendom te zijn. Het boek wordt afgesloten met het woordelijk verslag van de vergadering van de NeVER op 7 juni 2011 in Zoetermeer, waarin het preadvies is besproken.